'Hanneke Oude Elberink-Schieving: professional sustainable finance, stelt de organisaties gerust die opzien tegen de verslaggeving: 'Er zijn al veel data voorhanden, de basis ligt er dus al.'
Oude Elberink-Schieving ziet de komst van de CSRD als een geschenk. ‘De richtlijn zet de boel in één keer in beweging. Het was voorheen trekken en leuren om de massa in gang te zetten. Echter, een groot deel van de massa vraagt zich nog wel af wat er allemaal bij komt kijken. Dat vinden mensen ingewikkeld. Ook financials. Financials zijn het gewend om hun financiële verhaal te kunnen toetsen aan de hand van uitgekristalliseerde richtlijnen. Die duidelijkheid ontbreekt nog als gaat over het rapporteren van niet-financiële data. Met z’n allen moeten we opnieuw de norm bepalen en daar gaat de CSRD enorm mee helpen. Enerzijds dat organisaties transparant gaan zijn over hun niet-financiële prestaties en anderzijds daarop ook gaan sturen.’
Vertaalslag maken
De komst van de CSRD is spannend, stelt Oude Elberink-Schieving. ‘Omdat het nog niet uitgekristalliseerd is. Tegelijkertijd doen organisaties al veel zonder dat direct de relatie wordt gelegd met de CSRD. Er zit al veel kennis bij organisaties. Het is zaak om het te structureren en veel meer met elkaar samen te gaan werken. Daarin moeten financials hun rol gaan pakken. Zij hebben geleerd hoe ze structuur in de financiële doelstellingen en prestaties moeten brengen. Hoe ze een passend managementcontrolsysteem en -informatiesysteem neerzetten.’ Een heel simpel voorbeeld is een bonnetje van het benzinestation. Deze bevat veel waardevolle informatie. ‘Voorheen werd meestal alleen het totaalbedrag in de boekhouding opgenomen, maar nu moeten we verder kijken dan alleen de euro’s. Op dat bonnetje staat ook hoeveel liter getankt is en welke brandstof is getankt. Het is zaak dat organisaties deze vertaalslag maken en van hieruit kijken waar de waardes van de organisaties zitten.’
De waarde van organisaties zit vaak helemaal niet op het financiële gedeelte, merkt Oude Elberink-Schieving op. ‘Een organisatie bestaat uit mensen, dus de waarde van de organisatie zit in de mensen zelf. Wat nu nog in de boekhouding terechtkomt, is het salaris. Mensen worden gezien als een kostenpost. Het is zaak om andere data naar boven te halen, die vaak al voorhanden zijn. Over de man-vrouwverhoudingen, hoeveel jaar ze al bij de organisatie werken, de ontwikkeling die ze hebben doorgemaakt en hoe de beloning zich verhoudt ten opzichte van vergelijkbare profielen. Deze data zeggen veel meer over je personeelsbestand, dan alleen het salaris dat zij krijgen.’
De richtlijn zet de boel in één keer in beweging”
Gezond verdienmodel
Geld verdienen blijft belangrijk voor organisaties, maar in het huidige tijdsgewricht kan dat niet meer het nummer één doel zijn. Oude Elberink-Schieving: ‘Geld verdienen moet nog steeds om überhaupt te kunnen overleven, maar dan wel via een gezond verdienmodel. Niet ten koste van mensen en het milieu. Waar maak je als organisatie het verschil? Niet alleen als eigen organisatie, maar ook als keten. Dat vraagt om een breder perspectief. De CSRD is wat dat betreft een hulpmiddel om dat brede beeld te schetsen.’
Organisaties moeten de CSRD zien als een kans en niet als een veroordelingsinstrument. ‘Organisaties worden beoordeeld op de ontwikkeling die zij laten zien, niet waar zij op een bepaald moment staan. Laat zien dat je de CO2-uitstoot in kaart aan het brengen bent en daarvoor ook je partners in de keten raadpleegt. Maar erken ook, als dat zo is, dat je nog een lange weg te gaan hebt. Als organisatie moet je laten zien waar je staat en waar je heen wilt. Dat verhaal moet natuurlijk wel gewoon kloppen. Als je laat zien dat je nog helemaal niet duurzaam bezig bent, maar je beseft dat je ermee aan de slag moet, is dat ook een eerlijk verhaal. En dat geldt nog voor veel organisaties.’
Als je als cfo in de organisatie laat zien dat je dit onderwerp serieus neemt, dan zul je zien dat er allerlei mensen opstaan die hier ook mee aan de slag willen”
Leiderschap tonen
Ondanks dat niet alle organisaties verplicht zijn over het boekjaar 2024 te rapporteren, adviseert Oude Elberink-Schieving cfo’s die werken bij een dergelijke organisatie alvast te beginnen. ‘Toon leiderschap en heb het lef om te beginnen. Het is een ontdekkingsreis. Niet op papier, maar in de praktijk. Als je als cfo in de organisatie laat zien dat je dit onderwerp serieus neemt, dan zul je zien dat er allerlei mensen opstaan die hier ook mee aan de slag willen. Daarnaast moet je er echt de tijd voor nemen en het niet zien als een los projectje. Het is een onderdeel van de business dat je er niet even naast kunt doen. Het moet volledig worden geïntegreerd. Als je als cfo dit onderwerp omarmt, dan vraagt dat om tijd en ruimte. Niet alleen van de cfo, maar ook van de mensen die je hierbij gaan helpen. Want de cfo kan het niet alleen, die heeft een team nodig. Het onderwerp is te groot om er even bij te doen.’
Juiste vragen stellen
In de uiteindelijke verwerking van de niet-financiële gegevens, is een belangrijke rol weggelegd voor finance, benadrukt Oude Elberink-Schieving. ‘Nadat de andere afdelingen hun gegevens hebben aangeleverd, rest de vraag: klopt het wel? Is er bij een enquête onder de medewerkers bijvoorbeeld niet een te select groepje geïnterviewd? Is het een betrouwbare weergave van de werkelijkheid? Finance weet van oorsprong welke vragen gesteld moeten worden om de robuustheid van data vast te stellen. Door de herleidbaarheid naar boven te halen oftewel hoe deze data zijn verzameld, vastgelegd en verwerkt in een geautomatiseerd systeem.’
Waanzinnige verrijking
De professional sustainable finance ziet de komst van niet-financiële verslaggeving als een ‘waanzinnige verrijking’ van het vak. ‘Niet alleen voor finance, maar ook voor andere afdelingen zoals HRM. Er wordt naar veel meer gekeken dan alleen de droge cijfers. We gaan veel meer de verdieping in en vervolgens wordt daarop ook nog eens gestuurd. Het maakt het vak van financial veel mooier. De verschillende waarden van een organisatie laten een veel beter beeld zien dan alleen de droge financiële cijfers.’