Weet jij precies wat voor soort persoonlijkheid je bent volgens het DISC-model? Groen, blauw, of rood? Dan denk je misschien dat je jezelf kent, maar dat is slechts gedeeltelijk waar. Want volgens strategie-expert Jeroen De Flander is het veel nuttiger om inzicht te krijgen in je interesseprofiel. Sterker nog, volgens hem is dat een van de voorwaarden voor het bereiken van topprestaties.
Ook jaren geleden stond Jeroen De Flander al regelmatig op een podium. Maar als hij zijn presentaties dan vergeleek met absolute topsprekers, was hij ontevreden. “Dus ben ik mijn optreden gaan analyseren, en wat bleek? Ik liet mij veel te veel leiden door mijn PowerPoint slides, en verhalen vertellen… daar had ik moeite mee. Ook had ik mijn lichaamshouding niet onder controle. Daar ben ik toen gericht op gaan trainen. “
En met succes. Want nu is De Flander een veelgevraagd spreker, en hij verzorgt ook de opleiding The Art of Performance. Daar vertelt hij over zijn grote passie: het bereiken van topprestaties. Volgens hem hangen die namelijk niet samen met talent, maar zijn ze te bereiken voor ons allemaal. Tenminste, als we bereid zijn tot het zetten van drie stappen.
Stap 1: Passie
Ten eerste: vind je passie. En nee, dat is geen loze goeroe-kreet. “Als je topprestaties wilt bereiken, zul je hard moeten werken”, zegt De Flander. “En dat houd je alleen maar vol als je iets vindt dat leuk is om mee bezig te zijn. En het verrassende is: mensen hebben vaak geen idee waar hun interesses liggen. In Amerika gebruiken ze daar een test voor: de Hollandtest, maar juist in België en Nederland is die vrij onbekend.”
En dus leggen we hier een onevenredige nadruk op ons persoonlijkheidsprofiel. “Als je aan HR-functionarissen vraagt hoe ze in elkaar zitten, weet 95% je te vertellen dat ze groen zijn, of geel, of blauw. Maar een zelfde percentage heeft totaal geen beeld van hun interesseprofiel. Als ik die Hollandtest bij mijn cliënten afneem, is 3 op de 4 verbaasd over de uitkomsten.”
Stap 2: Gerichte training
De tweede stap: zorg voor gerichte training. En nee, volgens De Flander is dat totaal iets anders dan voortdurende herhaling. “Ik zit heel regelmatig in de auto, maar of ik nu beter auto ga rijden… ik denk het niet. Toch zit die verbetering er voor mij wel degelijk in: stuur mij bijvoorbeeld op een slipcursus, of laat me mijn rondjes rijden op het circuit van Zandvoort met 200 km/h. Dan ga ik opeens met sprongen vooruit. De reden? Die manier van trainen voelt oncomfortabel. Oncomfortabel. Het woord komt in De Flanders betoog regelmatig terug, want volgens hen vormt het de sleutel tot verbetering.
Als je de dingen doet die je altijd doet, voel je je op je gemak, maar ga je niet of nauwelijks vooruit.
En het risico is groot dat je je gaat vervelen, en dus loop je kans op een bore-out. Anders ligt dat als je als sporter traint met gewichten die net iets te zwaar zijn, of als je als pianist een nieuw muziekstuk instudeert, in een totaal andere stijl dan je gewend bent. Dat vinden je lichaam en je brein niet leuk, en dus moeten ze zich aanpassen om eraan te wennen.”
Maar kijk uit. Want voer dit te ver door, en het resultaat is geen bore-out, maar een burn-out. “Gerichte training is erg zwaar”, zegt De Flander. “Daarom is het advies om er niet meer dan 20% van je tijd aan te besteden. En houd regelmatig pauzes. Een collega van mij doet dat heel goed: die vindt het leuk om met mensen bezig te zijn, en dus heeft hij een bloeiende coachingspraktijk. Maar na een gesprek of 4 is hij moe, en dan gaat hij een tijdje in de tuin werken, want dat zit in zijn 80%. Voor mij voelt dat tuinieren als een taakstraf, dus kies ik iets anders om de waakvlam weer aan te krijgen: ik ga een halfuurtje lezen.”
Stap 3: Doorzettingsvermogen
Oké, je weet nu wat je moet doen om je topprestaties te bereiken. Maar ga je De Flanders advies ook opvolgen, of komt er net zo veel van terecht als van onze jaarlijkse nieuwjaarsvoornemens? We zijn toe aan De Flanders derde voorwaarde: doorzettingsvermogen, en hij heeft enkele tips om dat te vergroten.
“Allereerst moet je weten wanneer je wilskracht het grootst is: in de ochtend. Begin je dag daarom altijd met het karweitje waar je het meest tegenop ziet, bijvoorbeeld die gerichte training. Als je daar een uur aan hebt gewerkt, kun je jezelf belonen. Bijvoorbeeld door eindelijk je e-mails te lezen.”
Maar volgens hem is het ook belangrijk om te kijken naar je trainingsprogramma. “Ik begeleid mensen bij het amateurwielrennen, en er is iets wat me altijd opvalt. Dat trainingsprogramma is bij de gemiddelde amateur veel te ambitieus. Dus is het belangrijk om dat programma op te stellen met een externe expert, iemand die weet hoeveel jij waarschijnlijk aankan. Die kan je ook helpen bij een ander essentieel hulpmiddel: het vaststellen van de tussensporten. Als je wilt leren vioolspelen, kost dat vele jaren, dus is het belangrijk om een doel te stellen voor over enkele maanden. De beste manier om dit te benaderen? Zie het leren als een videospelletje. 40% van de tijd ben je aan het verliezen. En toch is het heel verslavend.”